DC-Car informatie m.b.t. de DC08-Decoder

De multifunktie aansluitingen (MF) m.b.v. CV instelling: MF1: Servo uitgang 1 of Licht 4 (CV 20) MF4: Funktie uitgang 2 of Hallsensor (CV111) MF5: Funktie uitgang 3 of actieve terugmelding (CV25) Voor zwaailichten 1+2 of MF 4 moeten bij het aansluiten van LEDs externe voorschakelweerstanden gebruikt worden.

De decoder is op een printje van 7 x 15 mm met een hoogte van 2,5mm geplaatst. De printjes worden door een professionele Duitse printfabriek geproduceerd en bestukt.

Nieuwe funkties:

- uitgebreide aanstuur mogelijkheden van een servo (bijv.: herhalings bewegingnen, vrije positie keuze, besturing, 2. motor enz.)
- geleidelijk optrekken en afremm bij het veranderen van de rijstand
- ondersteuning van de geluidsmodule van TBS-Micro van Thomas Benedini: snelhieds afhankelijke rijgeluis als ook
authentieke bijgeleuiden zoals toeters, sirenes enz. (alleen TBS-Micro-Analogbetrieb)
- tot 2 extra multifunktie aansluitingen ( d.m.v. CV's te definieren)
- Anti botsing LED's achter apart in of uit te schakelen
- voorbereidt voor actieve IR terugmelding (d.m.v. XT modules in de baan) meldt voertuigtype, voertuignummer, accu status, status van de richtingaanwijzers en voor flitsers
- Rijtijd begrenzing afhankelijk van de ingebouwde accu, kan via CV´s exact worden gedefinieerd


Hier vindt u de actuele CV-lijst

Mogelijke varianten:

• DC08-I
  

o geleverd wordt een print
o Infrarood ontvanger is op de print geintergreerd
o als stroom voorzien is een LiPo accu of 3 NiMH accu's nodig. Via een optionele spanningsomzetter kan ook met 1 of 2 NiMH accu's worden gewerkd

Volgende ingangssignalen worden gebruikt:

• Aansluiting voor fototransistoren
  

• • Deze zijn noodzakelijk voor het Anti botsing systeem en de bediening via funktiebouwsteen of IR zender van een DCC centrale
    

• Accuspannung
  

• • De decoder checkt iedere 5 sekonden de accuspanning
    
  • Is de spanning te laag, dan kan met CV26 worden vastgelegd wat het voertuig moet doen
    

• Reedcontact
  

• • hiermee herkend de decoder een ingeschakelde (Faller) stopspoel
    

• Hallsensor
  

• • hier kan een Hall sensor worden aangesloten om
    
  • de Busautomaat- of vuilnis wagen of Brandweer_functie te activeren
    
  • de zwaailampen en voorflitser in en uit te schakelen
    

• Serieele ingang
  

• • voor het aansluiten van de LCIR lange afstand IR ontvanger
    
  • dient voor de lange afstand bediening d.m.v. PC-Zender of DC-Car-Booster
    
  • Aanwijzing: om via de DC Car Booster de nieuwe funkties F10 - F13 te kunnen bedienen, is een upgrade van de Booster software noodzakelijk. Wendt u daarvoor tot de DC-Car service.
    

DCC Protocol

Kurze DCC-Adressen von 1 - 127, lange Adressen von 128 - 9999.
Betriebsarten:
1. Das Fahrzeug fährt nach dem Einschalten mit einer festgelegten Fahrstufe sofort los
2. Das Fahrzeug steht nach dem Einschalten und kann nur über einen Fahrbefehl von der Digitalzentrale oder Funktionsbaustein angefahren werden.
3. Das Fahrzeug steht nach dem Einschalten und kann nur über einen Fahrbefehl von der Digitalzentrale angefahren werden.
4. Belegung der Funktionstasten
F00 Licht 1, Rücklicht
F01 Blinker links
F02 Blinker rechts
F1+F2 Warnblinker
F03 Fototransistoren vorn ein/aus
F04 Reedkontakt ein/aus (Stoppstelle ignorieren)
F05 Blaulicht
F06 Frontblitzer
F07 Licht 2
F08 MF 1/ Licht 4
F09 MF 1 Licht 4 (wenn CV 20 auf 8 gesetzt)
F11 MF 4 (je nach Konfiguration der CV 111)
F12 MF 5 (je nach Konfiguration der CV 25)
F13 Infrarotstrahler hinten ein/ausschalten)

Hinweis: Um die Funktionen F10- F13 mit dem DC-Car-Booster zu bedienen, ist ein Upgrade der Boosterfirmware notwendig. Wenden Sie sich dazu bitte an den DC-Car-Service.


Beim Einschalten des Decoders bzw. des Fahrzeuges wird folgende Lichtsequenz angezeigt:
1.) Bremslicht und Warnblinker kurz
2.) Warnblinker kurz
3.) Warnblinker kurz
4.) Warnblinker kurz

Die Scheinwerfer und das Rücklicht können nur zusammen ein- oder ausgeschaltet werden. Innen- oder Seitenlicht, Nebellampen usw. können extra geschaltet werden.

Die zwei Blaulichter blinken in unterschiedlicher Geschwindigkeit. Somit ist eine echte Darstellung eines Einsatzfahrzeuges gegeben.
Sie können außerdem für moderne Einsatzfahrzeuge auf Doppelblitz bzw. auch auf invertierte LED-Blitzer umgeschaltet werden.