XT-Modul: verschil tussen versies

Uit wiki-nl
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Selectie op voertuigtype)
k (Auswertung der Fahrzeugnummer)
Regel 297: Regel 297:
 
<br>
 
<br>
  
===Auswertung der Fahrzeugnummer===
+
===Selectie der Fahrzeugnummer===
 
Die Fahrzeugnummer dient der Unterscheidung verschiedener Fahrzeugarten einer Gattung.<br>  
 
Die Fahrzeugnummer dient der Unterscheidung verschiedener Fahrzeugarten einer Gattung.<br>  
 
Sie muss in jedem DC-Car-Fahrzeugdecoder in der CV113 eingestellt werden. Pro Gattung sind die Fahrzeugnummern 0—31 einstellbar.<br>
 
Sie muss in jedem DC-Car-Fahrzeugdecoder in der CV113 eingestellt werden. Pro Gattung sind die Fahrzeugnummern 0—31 einstellbar.<br>

Versie van 15 mrt 2015 om 01:46

Achtergrond informatie DC-Car-XT

XT bouwsteen voor montage onder de baan


DC-Car-XT staat voor Extensions (uitbreidingen) en geeft de mogelijkheid van data overdracht vanuit de auto naar de modelbaan.
Onze overweging was een module te ontwikkelen die eenerzijds de modelbouwer de mogelijkheid te bieden met eenvoudige middelen een gevarieerd automatisch weg verkeer te realiseren. Dit alles zonder gecompliceerde besturing of PC software.
Andererzijds is de module ook geschikt voor de veeleisende modelbouwer die zich met deze module helemaal kan uitleven in omvangrijke besturingen en senarios en die met behulp van software kan realiseren.

Er zijn tallose gebruiksmogelijkheden waarvan we er een aantal noemen:

  • Huplverleningsvoertuigen vinden hun eigenweg door het andere verkeer en kunnen bijvoorbeeld door rood licht rijden
  • Inhalen van voertuigen (in samenwerking met de DC-Car rijbaan assist)
  • Aansturen van splitsingen door het aanzetten van een richtingaanwijzer
  • Sturen van een bus naar de bus halte (Bus bedient zelf de splitsing)
  • Selecteren van routes per voertuigtype (vrachtwagens mogen niet in de binnenstad)
  • Selecteren van voertuigen met een lage accu spanning en deze naar een automatisch laad station dirigeren


Al deze mogelijkheden werken op het principe dat de auto informatie verstuurt naar een XT bouwsteen.
Hiervoor dient de auto te zijn voorzien van een DC-Car decoder (vanaf versie DC07 / DC08).
De volgende informatie wordt verzonden:

  1. Voertuignummer (niet het DCC adres!)
  2. Voertuig type
  3. Status van de linker richtingaanwijzer
  4. Status van de rechter richting aanwijzer
  5. Status van de alarm verlichting
  6. Status van de voor flitsers
  7. Status van de accu


De DC-Car-XT module wordt als kant en klare bouwsteen geleverd en heeft een afmeting van 68mm x 57mm x 22mm.
Deze is zo uitgevoerd dat hij zelfstandig kan werken. Bijvoorkeur direct op de plek waar een actie gewenst is.

De XT module is via de DC-Car webshop te bestellen.

De DC-Car-Decoder als informatie bron

De basis voor het verzenden van informatie wordt gevormd door de Dc-Car decoder vanaf type DC07 of DC08.
Helaas zijn de decoders van de generatie DC05, DC04 en ouder niet geschikt voor het XT systeem.
De decoder verzendt de informatie via en IR LED die aangesloten is op MF5 uitgang.

Anschluss DC07
Bij de DC07 dient een voorschakel weerstand van 100Ohm in serie met de IR LED te worden opgenomen.


Anschluss DC08
Bij de DC08 zit de voorschakelweerstand al op de print waardoor de IR LED direct op de uitgang kan worden aangesloten.

Als Infrarood LED kunt u gangbare 0603 IR-LED's voor het anti botsing systeem gebruiken.

Infrarood zender - ontvanger

Xt leitpfosten.png

om de uitgezonden informatie te ontvangen zijn er foto transistoren nodig. Ook hiervoor kunt u de bestaande foto transitoren gebruiken die in de auto's worden geplaatst als sensoren voor het anti botsing systeem.
Deze zijn goed te camoufleren door bomen, struiken, gebouwen, geparkeerde auto's of wegmarkeringspaaltjes.

Deze wegmarkeringspaaltjes (zie afbeelding rechts) zijn kant en klaar te koop in de webshop.
De afstand tussen IR LED in de auto en de fototransistor mag niet groter zijn dan 5 cm.
Hiermee wordt ook bij hogere snelheid nog een juiste informatie overdracht gewaarborgt.
De fototransistor wordt met beiden draden aangesloten op de XT module.

Montage plek van de IR LED







Er zijn verschillende mogelijkheden om een IR verbinding te maken.
De IR LED kan bijvoorbeeld ook aan de onderzijde van het voertuig geplaatst worden, de fototransistor komt in dat geval in de weg.
Voordeel van deze montage mogelijkheid is dat de invloed van omgevingslicht wordt beperkt, het voertuig denkt de fototransistor helemaal af bij het passeren.


Nadeel kan zijn dat door stof, vuil etc. de fototransistor afgedekt kan worden waardoor de ontvangst zal afnemen. Bovendien moeten de IR LED's in de voertuigen nauwkeurig gepositioneerd worden, omdat de geringe afstand maar een kleine tolerantie toelaat.


Een andere variant is de montage aan de zijkant zoals op de afbeelding weeggegeven.
Door de grotere afstand tussen zender en ontvanger is de tolerantie beduidend hoger waardoor het inbouwen makkelijker is.











DC-Car XT module

XT bouwsteen voor montage onder de baan

De DC-Car XT module is de tegenhanger van de DC-Car decoder.
Het is in eerste instantie bedoeld als zelfstandige besturings module waarmee individueel instelbare functies zij uit te voeren.
Daar komt nog bij dat het ontvangen signaal wordt omgezet en beschikbaar is voor verder gebruik.
Bijvoorbeeld door het te koppelen aan een terugmeldmodule zodat het door de software van een PC verder gebruikt kan worden.


De volgende functies zijn beschikbaar:

  1. Aansturen van een servo splitsing (2-, 3– of 4-weg splitsing naar keuze)
  2. Schakelt een contact naar masse/GND
  3. Verzend een vrij te kiezen DC-Car-IR Functiebouwsteen commando



Hierbij kan men naar keuze bepalen of de functie na een bepaalde tijd wordt teruggezet of na een het bekrachtigen van een reedcontatc of Hall sensor.




Aansluitingen

Aansluitingen van de XT module




Beschrijving

Voeding via de USB connector


Voeding:
De DC-Car XT module heeft een gestabiliseerde gelijkspanning van 5V / 500mA nodig.
Deze kan via de schroefklemmen of via de USB connector aangesloten worden.
De USB connector dient alleen voor dit doel. Via deze connector kan geen data worden verzonden of ontvangen!

*LED-Aanduiding blauw (rechts) en groen (links)
De groene LED geeft aan dat de 5V voedingsspanning aanwezig is.
Die blauwe LED licht op als er een geldig signaal wordt ontvangen van de auto.

*Reedcontact
Deze aansluiting dient voor de terug stelfunctie.
Hiermee wordt bijvoorbeeld het schakelcontact weer uit gezet of een aangesloten servo splitsing weer terug gestelt.
Het reedcontact moet naar +5V schakelen.

*Fototransistor (+ en -)
Hier wordt de fototransistor voor het ontvangen van data aangesloten (polariteit afhankelijk!).

*Infrarood LED
Hier wordt de minuspool (kathode) van de Infrarood LED aangesloten, die een vrij te kiezen DC-Car Functiebouwsteen commando uitzendt.
Bijv. Stop, Richtingaanwijzer AAN maar ook de toewijzing van een rijbaan voor de rijbaan assistenten.

*Schakeltransistor
Hier kan een relais of andere verbruiker worden aangesloten, de uitgang schakelt naar massa.
Let er wel op dat er een massa verbinding moet zijn tussen de XT module en de besturings electronika van de aangesloten verbruiker.
Hiermee kan men bijvoorbeeld via de input print van een servodecoder of een verkeerslichten decoder een functie aanspreken.

*Servoaansluiting
De servo uitgang is bedoeld voor een standaard modelbouw servo, het XT module kan deze direct aansturen. De servo kan 2-, 3- of 4 wegen bedienen.Instelling voor uitslagen snelheid zijn instelbaar via CV's.
Let er wel op dat u de juiste aansluiten gebruikt, de volgorde van bedraden van de servo connector varireert per fabrikant.

*Aansluitingen voor de CV-Programmer
Deze 8polige connector dient voor het aansluiten van een CV-Programmer.
Via deze verbinding bent u instaat om de module te programmer vanuit een PC met de gratis „CV-Programmer“ software.
Dit is het zelfde programma als wat gebruikt wordt om de DC-Car decoders te programmeren.
De software (vanaf versie 578) kunt u gratis downloaden, de CV Programmer zelf is via de webshop te bestellen.

*Voertuigdata uitgang serieel en parallel via 8-polige en 5-polige connector
Deze aansluitingen kunnen gebruikt worden om één of meerdere data door te koppelen naar een terugmeld module en zo een verbinding maken met PC software.
De data is serieel beschikbaar via schroefklemmen of binair via de 8 / 5 polige connectoren.

Aansluiten van de XT-Module op de PC


De XT-Module is een zelfstandig werkende unit die geen PC nodig heeft om te kunnen functioneren.
Die is alleen eenmalig nodig voor het configureren van de XT-Module.
Om deze instellingen te kunnen maken is een CV-Programmer XT“ nodig.
Deze is via de webshop te bestellen.

Houdt u er rekening mee dat de CV-Programmer USB hier maar deels voldoet .
De USB versie van de CV Programmer krijgt zijn voeding via de USB aansluiting, deze voeding kan maar beperkt stroomleveren wat problemen kan geven bij het instellen van een servo.
Wanner u geen servo bedient kan de USB versie gewoon worden gebruikt.

  1. Verbindt de 8polige stekker van de „CV-Programmer“ met de linker 8polige connector op de XT-Module. De markering op de stekker dient aan de linkerkant van de behuizing te zitten.
  2. Druk de knop op de programmer in terwijl u de schakelaar op ON zet. Als de blauwe LED op XT-Modul knippert kunt u de knop los laten.
  3. Start de „CV-Programmer“ software op uw PC. Stel in menu „Serielle Schnittstelle“ de Com-Poort in, waarop „CV-Programmer“ is aangesloten.
  4. Klik op de knop „Alle CVs vom Fahrzeug einlesen“. Nu worden alle CV's van de XT-Module ingelezen en getoont.
  5. In de Menulijst treft u nu „Empfänger Funktion“ aan.


Let er op dat u een voeding / netadaptor gebruikt die minstens 500mAh jan leveren wanneer u een servo heeft aangesloten en wilt instellen. Daar anders de spanning te laag gaat worden en de programmer niet in de programmeer stand kan komen.
Als alternatief zou u de servo natuurlijk later aan kunnen sluiten. Dit is door de praktische 3polige servo stekker geen probleem.

Algemene functies

de eerste stap is het definieren wat en hoe de XT-Module moet reageren.
Hier zijn de volgende mogelijkheden beschikbaar:

◊ Voertuigtype en voertuignummer gescheiden verwerken
◊ Alleen voertuig type verwerken
◊ Alleen voertuig nummer verwerken
◊ Voertuig type en nummer combineren
◊ Reageren op licht functies

De licht functies worden afzonderlijk in het menu „Lichtfunktion“ geactiveerd.

Voor het instellen van de gewenste functie kiest u in het menu „Empfänger Funktion“ voor „Generell“.
Waarna een nieuw venster wordt geopend.
Maak u keuze door op het gewenste item aan te klikken.

Nu moet u definieren hoe u het terugzetten van de gekozen functie wil regelen. Het terugzetten kan door:

◊ Tijd sturing (definierbaar in CV 97)
◊ Reed/Schakelcontact of Hallsensor

Sluit u keuze af door op de knop „CV98 speichern“ te klikken. Er volgt nu een bevestigingsvraag of u daadwerkelijk voertuignummer/type wilt activeren. Dit omdat het gelijktijdig activeren van voertuignummer/type sturing en licht functie sturing niet mogelijk is.

Lichtfuncties definieren

De lichtfuncties van de XT-Module maken dat sequensen of acties door de verlichting van de voertuigen worden gestuurt.
Bijvoorbeeld: een voertuig met knipperende linker richtingaanwijzer stelt de servosplitsing op links afbuigen in.
Of een hulpverlenings voertuig met ingeschakelede voorflitsers genereerd een stop voor al het overige verkeer bij een kruizing.

Er is een keuze uit reageren op:
◊ Richtingaanwijzer links
◊ Richtingaanwijzer rechts
◊ Alarmlichten
◊ Voorflitsers
◊ Accu bewaking

Voor het instellen van de gewenste functie klikt u eerst op „Empfänger Funktion“ en kiest u „Lichtfunktion“. Hierna opent zich een nieuw venster.

Nu kiest u wat u met de lichtfunctie wilt aansturen. Hiervoor zijn de volgende mogelijkheden:

◊ Servosplitsing sturen
◊ Transistor schakelen (contact aanspreken)
◊ Vrij te kiezen Functiebouwsteen commando versturen

Alle drie de functies kunnen door het XT-Module gelijktijdig worden uitgevoerd. Hiertoe vinkt u de gewenste functies aan

Na het instellen klikt u op de knop „CV‘s speichern“.
Hierna volgt weer een bevestigings vraag of de lichtfunctie geactiveerd moet worden. Dit omdat het gelijktijdig uitvoeren van lichtfunctie sen voertuignummer/type sturing niet mogelijk is.
Bevestig uw keuze.
De software laadt nu de configuratie in de XT-Module.

Servofuncties instellen

De XT-Module is instaat om servo splitsingen aan te sturen. Hierdoor is het niet nodig een aparte servodecoder aan te schaffen.
Om deze functie te gebruiken moet u de XT-Module instellen.

Klik op „Empfänger Funktion“ en daarna op „Weichenfunktion“.
Hier kunt u kiezen of u een 2-, 3– of 4-Weg splitsing wilt bedienen.
Nadat u op de knop „CV39 speichern“ heeft geklikt, wordt de instelling in de XT-Module opgeslagen.
Note: Bij het activeren van de lichtfuncties wordt automatisch een 3-weg splitsing ingestelt.

Nu kiest u bij „Empfänger Funktion“ de optie „Servo einstellen“.
Afhankelijk van de gekozen soort splitsing treft u nu 2, 3 of 4 schuifregelaars aan.
Met deze schuifregelaars kunt u de servo posities instellen.

Door het kliken op de punt aan de rechter zijde van iedere instelling kunt u de servopositie controleren.

Door op de knop „Speichern“ te klikken slaat u de instellingen op in de XT-Module.

Selectie op voertuigtype

Deze selectie maakt een keuze uit voertuigtypes mogelijk.
De selectie wordt in ieder voertuig ingestelt d.m.v. een keuze in CV100.
Er zijn 16 mogelijkheden:

  • 0 = Algemeen
  • 1 = Vrachtwagen kort
  • 2 = Vrachtwagen lang
  • 3 = Vrachtwagen met aanhanger
  • 4 = Trailer
  • 5 = Trekker
  • 6 = Landbouwmachines (Traktor enz.)
  • 7 = Vrij te gebruiken
  • 8 = Bestelweagens (Sprinter enz.)
  • 9 = Personenwagens
  • 10 = Hulpverleningvoertuigen [zender van het antibotsing systeem bij Stop UIT]
  • 11 = Hulpverleningvoertuigen [zender van het antibotsing systeem bij Stop AAN]
  • 12 = Vrij te gebruiken
  • 13 = Vuilniswagen,Post, enz.
  • 14 = Bus [zender van het antibotsing systeem bij Stop UIT]
  • 15 = Bus [zender van het antibotsing systeem bij Stop AAN]


Er zijn in totaal 8 geheugenplaatsen beschikbaar dit houdt in dat max. 8 selecties gelijktijdig door de XT-Module kunnen worden verwerkt.

Voorbeeld:
Alle hulpverleningsvoertuigen met selectie 10 worden geselecteerd. De XT-Module zendt, bij herkenning, op de IR-uitgang een STOP commando uit. Wat alle voertuigen op een kruizing laat stoppen.
Na verloop van 5 Sec. wordt het stop commando opgeheven en rijden de voertuigen weer verder.

Voor het instellen klikt u op het menu „Empfänger Funktion“, ga dan naar „Erkennen“ en kies „Auswertung der Gattung“ . Er wordt een nieuw venster geopend.

Met plaats 1-8 wordt vast gelegd welk voertuigtype op welke geheugen plek komt.

Het activeren van de gewenste functie wordt bewerksteligd door te dubbel klikken in het venster. Daarbij is:

  • 0 = deactiveren
  • 1 = activiveren


Beschikbare functies:
◊ Servosplitsing instellen (incl. uitschakelen)
◊ Transistor schakele (contact aanspreken)
◊ Vrij te kiezen Fubctiebouwsteen commando zenden

Bij het activeren van de funktie „Funktionskommando“ wordt er een venster geopend waarin een DC-Car-Infrarood commando, zoals we dat kennen van de functie bouwsteen, gekozen.
Door te klikken op de knop „Übernehmen“ bevsteigd u uw keuze.

Tot besluit klikt u op „Speichern“. Waarna de module wordt geconfigureerd.

Selectie der Fahrzeugnummer

Die Fahrzeugnummer dient der Unterscheidung verschiedener Fahrzeugarten einer Gattung.
Sie muss in jedem DC-Car-Fahrzeugdecoder in der CV113 eingestellt werden. Pro Gattung sind die Fahrzeugnummern 0—31 einstellbar.
Die Fahrzeugnummer hat nichts mit der DCC-Digitaladresse zu tun. Diese wird vom XT-Modul nicht ausgewertet!

Es stehen insgesamt 8 Speicherplätze für die Auswertung der Fahrzeugnummer zur Verfügung, d.h. Sie können maximal 8 Fahrzeugnummern parallel durch ein XT-Modul auswerten.

Anwendungsbeispiel: Alle Busse der Gattung 14 werden ausgewertet. Es dürfen jedoch nur die Busse mit den Fahrzeugnummern 1, 4 und 6 eine bestimmte Haltestelle anfahren.
Das XT-Modul schaltet also bei Erkennung der entsprechenden Fahrzeugnummern eine Servoweiche und lässt nur diese Busse in die Haltestelle einfahren.
Alle anderen Fahrzeuge und Busse fahren normal weiter. Nach Überfahren eines Reedkontaktes durch den Bus wird die Weiche sofort zurückgestellt.

Zum Einstellen der Fahrzeugnummerauswertung klicken Sie im Menüpunkt auf „Empfänger Funktion“, gehen auf den Punkt „Erkennen“ und wählen dann „Auswertung der Fahrzeugnummern“ aus.
Es öffnet sich ein neues Fenster.

Platz 1-8 legt fest, welche Gattung auf welchem Speicherplatz ausgewertet wird.

Die Aktivierung der gewünschten Funktion erfolgt durch Doppelklick im entsprechenden Fenster. Dabei entspricht

  • 0 = deaktiviert
  • 1 = aktiviert.


Verfügbare Funktionen:
◊ Servoweiche stellen (incl. Abschaltung)
◊ Transistor schalten (Kontakt auslösen)
◊ frei wählbares Infrarotkommando senden

Bei Aktivierung der Funktion „Funktionskommando“ öffnet sich ein weiteres Fenster, in welchem Sie den DC-Car-Infrarotbefehl auswählen können.
Mit klicken auf den Button „Übernehmen“ bestätigen Sie Ihre Auswahl.

Zum Abschluss klicken Sie auf „Speichern“. Danach wird das Modul konfiguriert und die Daten übertragen.

Anbindung an ein Rückmeldesystem oder PC mit Software

Xt rm bus anschluss.png

Um die vom XT-Modul empfangenen Daten in einen Rückmeldebus bzw. PC zur Weiterverarbeitung zu geben, gibt es drei Möglichkeiten:

1.) Serieller Ausgang

  • die empfangenen Daten werden als serielles Signal am Pin „Seriell“ ausgegeben


2.) Schaltausgang

  • der Schaltausgang kann mit dem Eingang eines Rückmeldedecoder (S88®, Loconet® etc.) verbunden und damit recht einfach weitere Schaltvorgänge bzw. die Visualisierung in einem Modelleisenbahnsteuerungsprogramm (z.B. WinDigipet®, Traincontroller®) erreicht werden


3.) binäres Signal

  • Das XT-Modul stellt insgesamt 12 Ausgänge zur Verfügung, über welche die empfangene Fahrzeuggattung sowie die Fahrzeugnummer in binärer Codierung ausgegeben werden.
  • Ein gültiges Signal wird durch ein Prüfbit definiert und am Ausgang „gültig“ ausgegeben.


Anwendungsbeispiel:
Das Fahrzeug mit der Fahrzeugnummer 9 und Gattung 3 wird erkannt, es erfolgt an folgenden Ausgängen ein Signal:

  • Fahrzeugnummer Wert 1 + Wert 8 = 9
  • Gattung Wert 1 + Wert 2 = 3