Busfunctie: verschil tussen versies

Uit wiki-nl
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Bus functie met DC Car)
k (Bus functie met DC Car)
Regel 19: Regel 19:
 
Hiervoor dient u een hall sensor in de bus te bouwen en deze te activeren met [[CV111]].<br>
 
Hiervoor dient u een hall sensor in de bus te bouwen en deze te activeren met [[CV111]].<br>
 
De eerste magneet zit voor de bushalte. Deze magneet activeert de eerste fase van de bus automaat en laat de richtingaanwijzer rechts knipperen [[CV109]] en de snelhieid verlagen [[CV110]].<br>
 
De eerste magneet zit voor de bushalte. Deze magneet activeert de eerste fase van de bus automaat en laat de richtingaanwijzer rechts knipperen [[CV109]] en de snelhieid verlagen [[CV110]].<br>
De bus rijdt nu langzaam door tot hij de tweede magneet tegen komt. Dit is de halte plek. De bus zal stoppen en eventuele lichtfuncties worden geactiveerd. Hoelang de bus stopt wordt ingesteld in [[CV103]]. <br>
+
De bus rijdt nu langzaam door tot hij de tweede magneet tegen komt. Dit is de halte plek. De bus zal stoppen en eventuele lichtfuncties worden geactiveerd [[CV111]] en [[112]]. Hoelang de bus stopt wordt ingesteld in [[CV103]]. <br>
 
Na het verstrijkten van deze tijd gaat de linker richtingaanwijzer aan en zal de bus weer vertrekken.<br>
 
Na het verstrijkten van deze tijd gaat de linker richtingaanwijzer aan en zal de bus weer vertrekken.<br>
 
<br>
 
<br>

Versie van 27 sep 2020 om 13:35

O302 met DC07-SI en HG1
O302 de HG1 Hall sensor zit vlak achter het linker voorwiel

Bus functie met DC Car

Verschillende bushaltes:

Bij DC-Car onderscheiden we 2 bushaltes:
1. Bushalte naast de rijbaan
CV100 = 14 Het anti botsing systeem is gedurende de stop uitgeschakeld zodat passerend verkeer voorbij kan rijden
2. Bushalte op de rijbaan
CV100 = 15 Het anti botsing systeem is gedurende de stop ingeschakeld waardoor het achteropkomend verkeer wordt opgehouden

We zullen de bus moeten vertellen wanneer er een bushalte in aantocht is.
Daarvoor zijn 2 aanstuur mogelijkheden:


Werking met een Hall sensor:
Hiervoor dient u een hall sensor in de bus te bouwen en deze te activeren met CV111.
De eerste magneet zit voor de bushalte. Deze magneet activeert de eerste fase van de bus automaat en laat de richtingaanwijzer rechts knipperen CV109 en de snelhieid verlagen CV110.
De bus rijdt nu langzaam door tot hij de tweede magneet tegen komt. Dit is de halte plek. De bus zal stoppen en eventuele lichtfuncties worden geactiveerd CV111 en 112. Hoelang de bus stopt wordt ingesteld in CV103.
Na het verstrijkten van deze tijd gaat de linker richtingaanwijzer aan en zal de bus weer vertrekken.

Werking met de Functiebouwsteen:
Hiervoor heeft u een Functiebouwsteen, IR LED's en voorschakelweerstanden nodig. LED's (3mm) en weerstanden (270 Ohm) worden standaard mee geleverd met de functiebouwsteen.
De Functiebouwsteen moet hierbij in de stand F staan: dipswitch 6 gesloten de rest open.
Uitgang 7 IR LED's aan de achterzijde worden uitgeschakeld: geen anti botsing systeem meer, voertuigen kunnen passeren.
Uitgang 8 tijdens het wegrijden van de bushalte worden de IR LED's weer aangezet.

Let op:
In de bus wordt ingesteld of deze op de rijbaan of naast de rijbaan moet stoppen. CV100 = 14 of 15.
Standaard moeten dus alle bushaltes op of naast de rijbaan worden aangelegd.
Een mix is alleen mogelijk door aansturing via IR commando's.

Wanneer CV100 = 14: als de bus vertrekt zorgt deze er voor dat het achterop komend verkeer voorrang verleent. Het anti botsing systeem wordt dan weer aan gezet.